We zien een burn-out niet altijd aankomen. De Polyvagaal theorie leert ons hoe de werking van het zenuwstelsel daar een rol in kan hebben. In deze blog lees je meer over burn-out en de Polyvagaal theorie.
Onstaan van een burn-out
Burn-out komt veel voor en ook dit jaar zijn de cijfers van het aantal mensen met een burn-out gestegen. Als je informatie zoekt over een burn-out dan word je overstelpt met theorieën, oorzaken en behandelingen. Feit is; er is wetenschappelijk geen eenduidige definitie, geen diagnose en ook over de oorzaak van de burn-out zijn de geleerden het nog niet eens. Waar ze het wel eensgezind over eens zijn is dat stress de belangrijkste rol speelt bij het ontstaan van een burn-out.
Tijdens mijn studie leerde ik dat een aantal factoren betrokken kunnen zijn bij het ontstaat van een burn-out; het hormoonsysteem, ons zenuwstelsel, onze veerkracht, de bagage die we meegekregen hebben zoals hechting en basisveiligheid. Daarnaast maakte ik kennis met de Polyvagaal theorie van Stephen Porges. Deze theorie krijgt steeds meer bekendheid en helpt ons in het bijzonder begrijpen waarom we een burn-out niet altijd aan zien komen.
De Polyvagaal theorie
- De Polyvagaal theorie is gebaseerd op de bouw van ons zenuwstelsel waarbij het autonome zenuwstelsel de hoofdrol speelt.
- In het autonome zenuwstelsel heb je twee takken; het gaspedaal met de naam sympathicus en de rem die we parasympathicus noemen.
- De parasympathicus heeft weer twee banen en functies; de ventrale baan zorgt voor ontspanning, veiligheid en sociale verbondenheid. De dorsale baan reageert met “ineenstorting” bij extreem gevaar. Als vechten en vluchten geen zin meer heeft verlaagt ons bewustzijn en sluiten we ons af.
Goed om te weten: dit autonome zenuwstelsel reageert automatisch. Zonder dat wij het ons bewust zijn trappen we op de rem of geven we gas. Dat doen we via oude delen in onze hersenen (waaronder het zoogdieren brein) die voor de overleving van onze soort hebben gezorgd.
Vechten, vluchten of bevriezen zijn de overlevingsmechanismes die je zowel in het dierenrijk als bij de mens terug ziet. De antiloop die hard wegrent (vlucht) voor de leeuw en zich voor dood houdt als ze gegrepen is (bevriezen = ineenstorting).
Dit overlevingsmechanisme is heel snel en effectief. Tenminste; als we in doodsangst verkeren en de sympathicus zijn werk laten doen om te vechten of te vluchten. De parasympathicus zijn taak vervult om ineen te storten (bevriest) als dat vechten of vluchten geen zin meer. En diezelfde parasympathicus die na afloop, als we het hebben overleeft, zorgt dat we herstellen en ontspannen. De veiligheid weer opzoeken en ons verbinden met andere mensen.
Chronische stress
Als de ontspanning en het herstel niet helemaal goed verlopen dan blijft de stress reactie actief. Vaak merken we daar niet zo heel veel van want ons lichaam is uitgerust met een gewenningsmechanisme; het stress niveau wordt iets hoger ingesteld. Iedere keer dat we opnieuw stress ervaren wordt dat stress niveau echter verder verhoogd. Je kunt je voorstellen dat de rek er op den duur uit is.
Waarom ontstaat chronische stress?
Dat kan dus veroorzaakt worden doordat het gaspedaal lange tijd is ingetrapt waarna er onvoldoende tijd is geweest om te herstellen. Als we lang achter elkaar hard hebben gewerkt dan kunnen we met ons bewustzijn nog wel bevatten dat we daardoor oververmoeid zijn geraakt. En leggen we de link dat dit de oorzaak is als we een burn-out krijgen. Toch krijgt niet iedereen die lange tijd gas heeft gegeven een burn-out en zijn er ook mensen die een burn-out krijgen zonder die aanloop van drukte.
In de Polyvagaal theorie kunnen we een antwoord vinden hoe dat kan.
De Polyvagaal en onze overlevingsstrategie
Als we namelijk iets meemaken dat ons overlevingsmechanisme aan zet, dan kan het zijn dat de ervaring, nog steeds onbewust, is opgeslagen in dat zelfde systeem. Bedoeld om bij een soort gelijke ervaring meteen paraat te zijn en nog sneller dan voorheen te kunnen reageren.
Iets wat we in onze jonge jaren mee maken kan ons overlevingssysteem hebben aangezet. Met de beperkte tools die we dan hebben kan bijvoorbeeld langdurige honger, kou of eenzaamheid tot de dood leiden.
Iedere keer als we weer honger, kou of eenzaamheid ervaren slaat het autonome zenuwstelstel aan (met de nog efficiëntere respons). Als we ouder worden kunnen we zelf zorgen dat we eten krijgen, onze temperatuur reguleren door een trui aan te trekken of we zoeken gezelschap als we ons alleen voelen. Die automatische reactie trekt zich daar echter niet veel van aan; dat systeem is getraind om weer te reageren.
Omdat het geheel onbewust gebeurt, leggen we niet altijd de link naar de oorsprong van de stress reactie. De stress reactie zelf kan zo vertrouwd aanvoelen dat we ook die nauwelijks bewust zijn.
Wat heeft dat met een burn-out te maken?
Als jouw stress systeem vaker getriggerd wordt om aan te gaan, zonder dat jij dat in de gaten hebt, dan bestaat de kans dus dat jouw lijf in een chronische staat van stress verkeert. Stress die bovendien iedere keer bijdraagt aan een iets hogere instelling van jouw stress niveau. Net zolang tot het systeem letterlijk en figuurlijk overspannen of opgebrand raakt. Natuurlijk kan dat project waar je dag en nacht aan gewerkt hebt daar een bijdrage aan hebben geleverd, of die relatie breuk die je niet zag aan komen. Maar het is minstens zo interessant om te onderzoeken welke automatische reacties jouw autonome zenuwstelsel in de loop der jaren heeft verzameld.
Hoe herstel je van die chronische stress?
In therapie onderzoeken we wat jou triggert. Jouw lijf, bewustzijn en gedrag helpen je om te ontdekken wanneer die onbewuste reactie “aan gaat”. Als je bewust wordt waar die reactie begint, kun je oefenen om het anders te doen. Dat heeft soms wat tijd nodig, maar het mooie van ons systeem is dat we met het bewuste deel van onze hersenen het onbewuste deel iets kunnen af- en aanleren. Zo leggen we nieuwe paden aan die op den duur net zo vanzelfsprekend bewandeld worden als de oude weggetjes die ons autonome zenuwstelsel heeft ingesleten.