De kwetsbaarheid van ons innerlijke kind; het verschil tussen troosten en begrijpen

Hoe we in het hier en nu kunnen leren om voor onze eigen kwetsbaarheid te zorgen, waar voorheen geen heenkomen mogelijk was. Door ons innerlijke kind te helen…

Wat is het innerlijke kind?

Bij het werken met onze kwetsbaarheid en de kindsdelen onderzoeken, vragen, voelen en kijken we wat het kind in ons echt nodig heeft. Op het moment dat het zich veilig genoeg voelt om dat te tonen. Want hoe oud ons innerlijk kind ook is; het kan jou alle informatie geven. Het vraagt van ons om nieuwsgierig te zijn, ons open te stellen voor dat wat in onze grootste kwetsbaarheid ligt opgeslagen. Ik ben niet goed genoeg, ik ben het niet waard, ik had hier niet moeten zijn, niemand wil mij, niemand houdt van mij, niemand hoort mij of ziet mij, ik ben teveel of ik ben te weinig, ik ben te gevoelig, ik mag er niet zijn zoals ik eigenlijk ben. Die lijst van onze grootste (interne) afwijzing is eindeloos lang, maar meestal heeft ieder kindsdeel een favoriet. Al onze overleefdelen zijn er op getraind om dit akelige gevoel van afwijzing niet te hoeven voelen en zorgen op die manier voor de veiligheid van het kind dat we ooit waren. In een eerdere blog schreef ik al over hoe we soms reageren vanuit ons innerlijke kind, in plaats van ons volwassen zelf.

Het mag erkend worden dat het kind, dat deze overtuiging heeft moeten aannemen, iets niet gekregen heeft wat het wel nodig had gehad. In exact die bewoording die het zelf ooit heeft aangeleerd. Het gaat dan niet om de schuldvraag wat verzorgers fout of niet hebben gedaan. Het gaat er wel om dat het kind ont-schuldigd wordt van de noodzaak om deze waarheid aan te nemen. Dat zijn in essentie twee verschillende dingen.

Hoe we kunnen werken met het innerlijke kind

Ik heb op verschillende manieren leren werken met het innerlijke kind (of de innerlijke kinderen, want het kunnen er meer zijn). Als ervaringsdeskundige in mijn eigen proces, vanuit de NLP, de innerlijke verdeeldheid van Janine Fisher, maar vooral tijdens de opleiding van Voice Dialogue.

De loyaliteit van kinderen naar ouders toe is enorm groot. Het dilemma om die loyaliteit te mogen blijven voelen, maar ook te mogen constateren dat je iets niet gehad hebt wat je nodig had gehad is ingewikkeld. Omdat we onze ouders niet willen verloochenen, kan er een blokkade zijn om jezelf te erkennen in dit patroon en proces. Er kunnen vele redenen zijn waarom de kindsdelen zich nog niet laten zien. Afstemming op dat waar je client is, is daarom essentieel om er mee te kunnen werken.

We kunnen onderzoeken of er vertrouwen is in de relatie tussen therapeut en client (en diens kindsdelen) om naar deze kwetsbaarheid te mogen kijken, maar het mag in mijn ogen nooit het doel zijn. Forceren van kindsdelen of het aansporen om onze diepste kwetsbaarheid te tonen kan juist een averechts effect hebben. Daarnaast valt het me op dat cliënten die eerder met een kindsdeel hebben gewerkt, vaak hebben geleerd dat dit deel getroost moet worden. Troost kan heel helend zijn, maar als er niet geluisterd wordt naar de mogelijke andere onderliggende behoefte dan kan troost ook misplaatst zijn en zelfs als een afwijzing voelen (kusje erop en klaar).

Hoe helen we het innerlijke kind?

Als kind hebben we onze ouders nodig om emoties te leren reguleren, om ze te voelen en te leren dat het ok is dat die gevoelens er zijn. Als dat niet gebeurd is omdat ouders zelf in paniek raken, het kind afleiden (hier heb je een snoepje, ijsje, de telefoon om mee te spelen), emotioneel afhaken of boos worden, dan kan het kind leren dat het gevoelens er niet mogen zijn of dat die ingewikkeld zijn. We leren met overleefmechanismes of primaire delen om onszelf alsnog veilig te houden.

Als we die regulatie niet gehad hebben van onze ouder maar dus ook niet geleerd hebben om ons zelf te reguleren dan kunnen we dat later in ons leven alsnog leren.
Er is nu een volwassen deel in het leven van jou en jouw kindsdelen. Dit volwassen deel kan ook nu nog leren om die gevoelens toe te staan. Dat kan een spannend proces zijn. Alle overleefmechanismes en patronen zullen in eerste instantie namelijk als vanzelf hun oude vertrouwde taak oppakken. En omdat ze door het autonome zenuwstelsel worden aangestuurd, valt daar met bewustzijn en een goed voornemen meestal niet zoveel aan te veranderen.

We kunnen wel signalen leren kennen die ons een eerste indicatie geven dat we in gevaar zijn. Ons lichaam wijst ons daarin meestal de weg. In contact met onze kindsdelen vertellen ze je wat er zo veel pijn doet, hoe de angst voelt, wat er zo veel te groot was om te dragen.

Als je leert te separeren van wat het kind voelt en wat je als volwassene voelt, dan kom je er meestal achter dat daar verschil in zit. Je mag leren voelen wat je nodig hebt om die gevoelens te verdragen. Erbij te blijven en er doorheen te gaan. Dus met je volwassen lijf en bewustzijn. Dat wat het kind in ons vroeger niet kon, omdat de gevoelens te overweldigend waren. Bovendien waren we alleen met die gevoelens wat het “trauma” nog groter maakte.

”Children don’t get traumatised because they get hurt. They get traumatised because they’re alone with the hurt.”(Gabor Mate)

Als dat nog een brug te ver is dan zijn onze overleefdelen dankbare delen om wel mee aan de slag te kunnen. Waar het kind soms te kwetsbaar is, zijn onze primaire delen zo’n onderdeel van ons leven dat het meestal heel ok is om die wel beter te leren kennen. Zo zijn er delen die je vertellen dat het aan jezelf ligt (want dan hebben we controle) delen die ons helpen om niet te voelen (want dan heb je nergens last van). Delen die zeggen dat je beter je best moet doen dan krijg je misschien wel wat je nodig hebt (“valse” macht). Delen die ons laten zorgen voor de ander (want dan zorgt die ander misschien ook wel voor jou) die je helpen om te verdoven wat ooit te groot was om te voelen. Ook deze lijst van helpers is eindeloos lang en ook hiervoor geldt; wees nieuwsgierig. Zij vertellen je vaak waar de onderliggende pijn zit (als die nog niet getoond kan worden) en fungeren nu en in de toekomst als een signaleringssysteem dat er ergens iets beschermd moet worden.

De heling begint daar waar het volwassen deel erbij kan blijven, bij alles wat zich aandient in het kind. Erbij blijven, verdragen, voelen en aanwezig blijven. Een volwassene die het kind in jou kan leren dat het ok is als ze zich zo voelt. Maar vooral ook dat het er niet meer zo alleen mee is… dat er nu wel een heenkomen is. In mijn ogen heb je als begeleider een belangrijke taak om daar de volwassene te zijn voor het kind, als de client het zelf nog niet kan. Veiligheid, vertrouwen, tijd, rust, ruimte en regulatie zijn belangrijke onderdelen van dit proces.

Leren omgaan met vroegkinderlijk trauma

Tot slot; er is steeds meer bewustzijn dat heling van vroegkinderlijk trauma niet (altijd) helemaal mogelijk is. Hoewel we veel van onze interne dynamiek kunnen leren en ook daadwerkelijk patronen kunnen doorbreken, bij die ene trigger kan het zenuwstelsel alsnog teruggaan naar de veilige patronen die je voorheen hebben doen overleven. Begrijpen wat er gebeurt, herstellen van de trigger en de reactie daarop, bij voorkeur in contact met veilige mensen om je heen, kan dan helpend zijn om weer toegang te krijgen tot dat wat je allemaal geleerd hebt. Ook dat is het werk van ons volwassen brein…

Wil jij meer weten over jouw innerlijke kind(eren) en leren om voor je eigen kwetsbaarheid te zorgen? Neem dat contact op via het contact formulier op mijn site.

In contact met onze kindsdelen vertellen ze je wat er zo veel pijn doet, hoe de angst voelt, wat er zo veel te groot was om te dragen.

Hartenweg
Heb je een vraag of wil je een kennismakingsgesprek?
Neem dan contact met mij op
Maak afspraak! Maak afspraak! Hartenweg